Er kwam een schim aanzweven.
Een schim zonder vleugels.
Een schim gedragen door geesten.
Het was een mooie verleidelijke vrouw met helse lippen.
Lippen die je konden doden.
Een vrouw met een verleidelijke lach op haar mond,
Die ook duister was,
En lach die tot alles in staat was,
Die jou kon betoveren en dingen laten doen die jij niet zou willen.
Toch zat er een greintje treur aan.
Ze was alleen..
Geen die ze maar al te graag wilde.
Ze kwam bij de poort en pakte een helse sleutel uit haar zak en deed de poort open.
Ze stapte naar binnen en voelde het Duister in haar komen.
Hahaha lachte ze.
Dit is mijn rijk!
Dit wordt mijn huis!
Dit wordt een helse plek!
Ze liep van de geesten af en stapte op de grond en liep verder naar een duister kasteel,
Dat ze had gestolen van de vorrige "bewoners".
Ze zal eens laten zien wie van haar Familie de baas is!!